De brief van Tarek Mehanna

Tarek’s verklaring tijdens zijn veroordeling

Voorgelezen aan rechter O’Toole tijdens de vonnis, 12 april 2012

 

In de naam van God, de meest Barmhartige, de meest Genadevolle.

Precies vier jaar geleden beëindigde ik mijn werkdag in een plaatselijk ziekenhuis. Terwijl ik

naar mijn auto liep werd ik benaderd door twee federale agenten. Ze vertelden me dat ik een

keuze moest maken: ik kon de makkelijke weg nemen of ik kon de moeilijke weg kiezen. De

‘makkelijke weg’ was, zoals zij uitlegden, dat ik informant voor de overheid zou worden en

als ik dat zou doen, zou ik nooit het binnenste van een rechtszaal of gevangeniscel te zien

krijgen. Wat de moeilijke weg betreft; dit is hem. Hier ben ik. Ik heb sindsdien het grootste

deel van de vier jaar doorgebracht in een isoleercel ter grootte van een klein kamertje, waarin

ik 23 uur per dag opgesloten zit. De FBI en deze aanklagers hebben hard gewerkt – en de

overheid heeft miljoenen aan belastinggeld uitgegeven – om mij in die kleine cel te krijgen,

me daar te houden, mij te vervolgen en ten slotte mij hier vandaag voor jullie te laten staan

om veroordeeld te worden tot nog meer tijd in een cel.

Gedurende de weken voorafgaand aan dit moment hebben veel mensen mij suggesties gedaan

over wat ik jullie zou moeten zeggen. Sommigen zeiden dat ik voor genade zou moeten pleiten in de hoop op een lagere straf, terwijl anderen opperden dat ik hoe dan ook zwaar gestraft

zou worden. Maar wat ik wil is gewoon een paar minuten wat over mezelf vertellen.

Toen ik weigerde om informant te worden reageerde de overheid daarop door mij aan te klagen voor de “misdaad” van het helpen van de mujahidin die strijden tegen de bezetting van

islamitische landen over de hele wereld. Ofwel “de terroristen”, zoals zij ze graag noemen. Ik

ben echter niet geboren in een islamitisch land. Ik ben hier in Amerika geboren en opgegroeid

en dit iets wat veel mensen kwaad maakt: hoe kan ik een Amerikaan zijn en de dingen geloven die ik geloof en de standpunten innemen die ik heb ingenomen? Alles waar iemand aan

blootgesteld staat in zijn omgeving draagt bij aan zijn of haar kijk op het leven en ik ben daar

geen uitzondering op. Dus in verschillende opzichten komt het door Amerika dat ik ben wie

ik ben.

Toen ik zes was begon ik aan een enorme verzameling van stripboeken. Batman prentte mij

een concept in en introduceerde mij aan een paradigma over hoe de wereld in elkaar zit: dat

er onderdrukkers zijn, dat er onderdrukten zijn en dat er mensen zijn die opstaan om de onderdrukten te verdedigen. Dit bleef me zo sterk bij dat ik me gedurende de rest van mijn kinderjaren aangetrokken voelde tot elk boek waarin dit paradigma naar voren komt – De hut

van oom Tom, De autobiografie van Malcolm X, en ik heb zelfs een ethische dimensie in De

vanger in het graan opgemerkt.

Tegen de tijd dat ik naar de middelbare school ging en echte geschiedenisles kreeg, leerde ik

hoe reëel dat paradigma eigenlijk is in deze wereld. Ik leerde over de oorspronkelijke Amerikanen en wat hen overkwam door toedoen van Europeaanse kolonisten. Ik leerde over hoe de

nakomelingen van deze Europeaanse kolonisten op hun beurt onderdrukt werden onder de

tirannieke heerschappij van Koning George III. Ik las over Paul Revere, Tom Paine en hoe de Amerikanen een gewapende opstand begonnen tegen de Britse strijdmacht – een opstand die

we nu vieren als de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Als kind ging ik tijdens schooluitjes zelfs naar de plekken waar er destijds slag werd geleverd, sommigen bevinden zich

zelfs maar een klein eindje hiervandaan. Ik leerde over Harriet Tubman, Nat Tumer, John

Brown en de strijd tegen slavernij in dit land. Ik leerde over Emma Goldman, Eugene Debs

en de strijd van de vakbonden, de arbeidersklasse en de armen. Ik leerde over Anne Frank, de

nazi’s en hoe zij minderheden vervolgden en andersdenkenden gevangenzetten. Ik leerde

over Rosa Parks, Malcolm X, Martin Luther King en de strijd om burgerrechten. Ik leerde

over Ho Chi Minh en hoe de Vietnamezen decennia lang streden om zichzelf te bevrijden van

de ene indringer na de andere. Ik leerde over Nelson Mandela en de strijd tegen de apartheid

in Zuid-Afrika.

Alles wat ik in die jaren heb geleerd bevestigde wat ik geleerd had toen ik zes was: dat er

gedurende de hele geschiedenis zich een voortdurende strijd afspeelt tussen de onderdrukten

en hun onderdrukkers. Bij elke strijd waarover ik vernam, merkte ik dat ik steeds de kant van

de onderdrukten koos en dat ik degenen respecteerde die hen verdedigden – ongeacht nationaliteit, ongeacht religie. En ik heb nooit mijn aantekeningen van die lessen weggegooid.

Terwijl ik hier sta te praten liggen ze thuis netjes op een stapel in mijn klerenkast.

Van alle historische personen die ik leerde kennen stak er eentje boven de rest uit. Ik was

diep onder de indruk van Malcolm X, en wat mij het meest fascineerde aan hem was zijn

transformatie. Ik weet niet of jullie de film “X” van Spike Lee gezien hebben; hij duurt meer

dan drieënhalf uur, en de Malcolm in het begin is anders dan de Malcolm aan het eind. Hij

begint als een analfabete crimineel, maar eindigt als een echtgenoot, een vader, een beschermende en welbespraakte leider voor zijn mensen, een gedisciplineerde moslim die de hajj in

Mekka verricht, en uiteindelijk een martelaar. Het leven van Malcolm leerde mij dat de Islam

niet iets erfelijks is; het is geen cultuur of etniciteit. Het is een manier van leven, een gemoedstoestand die eenieder kan kiezen, ongeacht waar hij vandaan komt of waar hij is opgegroeid. Dit heeft mij ertoe aangezet om me in de Islam te verdiepen, en ik raakte zeer geïnteresseerd. Ik was nog maar een tiener, maar de Islam beantwoordde de vraag waar de grootste

wetenschappers geen antwoord op hadden, de vraag die de rijken en beroemdheden leidt naar

depressies en zelfmoord doordat ze er geen antwoord op kunnen vinden: wat is het doel van

het leven? Wat doen wij in dit universum? Maar het beantwoordt ook de vraag hoe wij dienen

te leven. En aangezien er geen hiërarchie of priesterschap bestaat in de Islam kon ik me

meteen verdiepen in de Quran en de overleveringen van de profeet Mohammed, om zo mijn

reis te beginnen om erachter te komen hoe het allemaal in elkaar zit, de betekenis van de Islam voor mij als mens, als individu, voor de mensen om mij heen, voor de wereld. En hoe

meer ik te weten kwam, hoe meer ik de Islam beschouwde als een stuk goud. Dit was in mijn

tienerjaren, maar zelfs nu nog, ondanks de spanningen van de laatste jaren, sta ik hier voor

jullie en iedereen hier in de rechtszaal, als een trotse moslim.

Zo werd mijn aandacht getrokken door wat er met de moslims gebeurde in verschillende delen van de wereld. En overal waar ik keek zag ik de toenmalige grootmachten datgene vernietigen waar ik van hield. Ik kwam te weten wat de Sovjet-Unie had gedaan met de moslims in

Afghanistan. Ik kwam te weten wat de Serviërs hadden gedaan met de moslims in Bosnië. Ik kwam te weten wat de Russen hadden gedaan met de moslims in Tsjetsjenië. Ik kwam te weten wat Israël had gedaan in Libanon – en wat het nog steeds doet in Palestina – met de volledige steun van de Verenigde Staten.

En ik kwam te weten wat Amerika zelf deed met de moslims. Ik leerde over de Golfoorlog en

de uitgeputte uraniumbommen die duizenden mensen het leven heeft gekost en het aantal

kankergevallen omhoog deed schieten in Irak. Ik kwam te weten over de door Amerika aangevoerde sancties die ervoor zorgden dat voedsel, medicijnen en medische uitrusting Irak niet

in mochten, en hoe – volgens de Verenigde Naties – meer dan een half miljoen kinderen omkwamen als gevolg daarvan. Ik herinner me een video van een interview van het programma

‘60 minutes’ met Madeline Albright waarin zij zei dat deze overleden kinderen “de moeite

waard waren”. Ik keek op 11 september toe hoe een groep mensen zich genoodzaakt voelden

om vliegtuigen te kapen en die gebouwen in te boren vanuit hun verontwaardiging over de

dood van deze kinderen. Ik keek toe hoe Amerika daarop Irak aanviel en binnendrong. Ik zag

de gevolgen van de ‘schok en angst’ in de begindagen va deze invasie – kinderen die in het

ziekenhuis lagen met granaatscherven van Amerikaanse raketten die uit hun voorhoofd steken (dit werd natuurlijk allemaal niet op CNN getoond). Ik kwam te weten over de stad Haditha, waar vierentwintig moslims – waaronder een 76-jarige man in een rolstoel, vrouwen en

zelfs peuters – in hun nachtkleding de lucht in werden geblazen toen ze sliepen bij de Amerikaanse marine. Ik kwam te weten over Abeer al-Janabi, een viertienjarig Irakees meisje dat

slachtoffer werd van een groepsverkrachting door vijf Amerikaanse soldaten, die vervolgens

haar en haar familie in het hoofd schoten en hun lichamen in brand staken. Ik wil er hierbij op

wijzen dat moslimvrouwen hun haar niet eens laten zien aan mannen die geen verwanten van

hen zijn. Probeer je dit meisje dan voor te stellen, dat uit een conservatief dorp komt, terwijl

haar kleding van haar wordt afgescheurd en ze wordt verkracht door niet één, niet twee, niet

drie, niet vier, maar vijf soldaten. Tot op de dag van vandaag, terwijl ik in mijn cel zit, lees ik

over de aanvallen met onbemande vliegtuigjes die dagelijks nog altijd het leven kosten aan

moslims in landen als Pakistan, Somalië en Jemen. Vorige maand nog hebben we allemaal

gehoord over de zeventien Afghaanse moslims – de meesten moeders en hun kinderen – die

dood zijn geschoten door een Amerikaanse soldaat, die hun lichamen eveneens in brand stak.

Dit zijn alleen nog maar de verhalen die de krantenkoppen halen, maar een van de eerste concepten die ik leerde in de Islam is die van loyaliteit en broederschap – dat elke moslimvrouw

in de wereld mijn zuster is, elke man mijn broeder, en dat wij samen één groot lichaam vormen dat zich dient te beschermen. Met andere woorden, ik kon het niet aanzien dat deze dingen mijn broeders en zusters werden aangedaan – onder andere door Amerika – en vervolgens neutraal te blijven. Mijn sympathie voor de onderdrukten hield aan, maar was nu persoonlijker geworden, en dat gold ook voor mijn respect voor degenen die hen verdedigden.

Ik noemde net Paul Revere – toen hij op zijn paard sprong en zijn nachtelijke rit maakte, deed

hij dit met het doel de mensen te waarschuwen dat de Britten op weg waren naar Lexington

om Sam Adams en John Hancock te arresteren en vervolgens naar Concord om daar beslag te

leggen op de wapens die daar werden opgeslagen door de Minutemen. Tegen de tijd dat zij in

Concord aankwamen, troffen zij de Minutemen aan die hen opwachtten, met de wapens in de

aanslag. Ze beschoten de Britten, bevochten hen en versloegen ze. Uit deze veldslag kwam de Amerikaanse Revolutie voort. Er is een Arabisch woord om te beschrijven wat deze Minutemen die dag deden. Het is een woord dat veelvuldig is herhaald in deze rechtszaal. Dat woord

is: JIHAD, en dit is waar mijn hele proces om draait. Al die video’s en vertalingen en kinderachtig gekibbel over ‘Oh, hij had die paragraaf vertaald’ en ‘Oh, hij heeft die zin verbeterd’,

en al die tentoonstellingen draaiden om een ding: moslims die zich verdedigden tegen Amerikaanse soldaten die exact hetzelfde deden met hen als wat de Britten destijds deden met

Amerika. Het is tijdens mijn proces overduidelijk gemaakt dat ik nooit plannen heb beraamd

om “Amerikanen te doden” in winkelcentrums of wat het verhaaltje dan ook was. Getuigen

van de overheid hebben deze bewering zelf tegengesproken, en we hebben de ene expert na

de andere voor mij laten getuigen, zij hebben uren besteed om elk woord dat ik geschreven

heb te ontleden en om mijn geloofsovertuigingen uit te leggen. Daarnaast heeft de overheid

een undercover agent op mij afgestuurd – toen ik op borgtocht vrij was – om mij in de val te

lokken in een van hun “terreurcomplotten”, maar ik weigerde om daaraan mee te doen. Maar

mysterieus genoeg is de jury dit nooit ter ore gekomen.

Dit proces draaide dus niet om mijn standpunt ten aanzien van moslims die Amerikaanse

burgers doden. Het draaide om mijn standpunt ten aanzien van Amerikanen die moslimburgers doden, en mijn standpunt daarin is dat moslims hun land moeten verdedigen tegen buitenlandse indringers – of dat nou de Sovjets, Amerikanen of Marsmannetjes zijn. Dit is wat ik

geloof, wat ik altijd geloofd heb en wat ik altijd zal geloven. Dit is geen terrorisme en ook

geen extremisme. Het is de simpele logica van zelfverdediging. Het is waar de pijlen op die

zegel boven jullie hoofd voor staan: verdediging van het vaderland. Ik ben het dus niet eens

met mijn advocaten als zij zeggen dat jullie het niet met mijn overtuigingen eens hoeven te

zijn – nee. Iedereen met gezond verstand en menselijkheid heeft geen keus behalve om het

met mij eens te zijn. Als iemand bij je inbreekt om jou te overvallen en je familie schade toe

te brengen, dan is het niet meer dan logisch dat je er alles aan zou doen om die inbreker je

huis uit te krijgen. Maar wanneer dat huis een islamitisch land is, en de inbreker het Amerikaanse leger, veranderen om de een of andere reden de normen opeens. Gezond verstand

wordt dan “terrorisme” genoemd en de mensen die zich verdedigen tegen degenen die van de

andere kant van de wereld zijn gekomen om hen te doden worden “terroristen” genoemd die

“Amerikanen doden”. De mentaliteit waar Amerika het slachtoffer van was toen Britse soldaten hier tweeënhalve eeuw geleden over de straten liepen is dezelfde mentaliteit waar moslims nu het slachtoffer van zijn terwijl Amerikaanse soldaten over hun straten lopen. Het is de

mentaliteit van kolonialisme. Toen sergeant Bales vorige maand die Afghanen doodschoot,

volgde ik de discussie in de media om te kijken wat mensen zouden zeggen, en wat mij opviel was dat alle aandacht op hem was gericht – zijn leven, zijn stress, zijn posttraumatische

stressstoornis, de hypotheek van zijn huis – alsof hij het slachtoffer was. Niemand had het

over de mensen die hij vermoord had, alsof zij niet bestaan, alsof zij geen mensen zijn. Deze

mentaliteit wordt helaas overgedragen aan iedereen in de samenleving, of ze zich daar nou

bewust van zijn of niet. Zelfs bij mijn advocaten kostte het me bijna twee jaar om ze dit uit te

leggen en duidelijk te maken voordat ze eindelijk in staat waren om buiten de box te denken

en op z’n minst te doen alsof ze de logica in wat ik zei accepteerden. Twee jaar! Als het zo

lang heeft geduurd bij mensen die zo intelligent zijn, en wiens baan het is om mij te verdedigen, om zich te deprogrammeren en me vervolgens te werpen voor een willekeurig samenge-stelde jury die zogenaamd mijn “onpartijdige gelijken” zijn. Ik bedoel, kom op. Ik ben niet

terechtgesteld voor een jury die mijn gelijken zijn omdat, gezien de mentaliteit die Amerika

vandaag de dag in zijn greep heeft, ik geen gelijken heb. En rekenend op dit feit is de overheid mij gaan vervolgen – niet omdat ze het nodig vonden, maar gewoon omdat ze het konden.

Er is nog een ding dat ik geleerd heb tijdens de geschiedenislessen: Amerika heeft altijd het

meest onrechtvaardige beleid gesteund tegen haar minderheden – praktijken die zelfs opgenomen waren in de wetten – alleen om er later op terug te kijken en zich dan af te vragen:

‘Wat dachten wij toen?’ Slavernij, Jim Crow, de internering van de Japanners tijdens de

Tweede Wereldoorlog – deze praktijken werden stuk voor stuk algemeen geaccepteerd door

de Amerikaanse samenleving, en elk van deze praktijken werd verdedigt door het hooggerechtshof. Maar naarmate de tijd voorbij streek en Amerika veranderde keken zowel de mensen als de rechtbanken hierop terug en vroegen ze zich af: ‘Wat dachten wij toen?’ Nelson

Mandela werd als terrorist beschouwd door de Zuid-Afrikaanse overheid en kreeg levenslang.

Maar de tijd streek voorbij en de wereld veranderde, en ze realiseerden hoe onderdrukkend

hun beleid was en dat hij niet degene was die de terrorist was, en ze lieten hem vrij uit de

gevangenis. Hij werd zelfs president. Alles is dus subjectief – zelfs deze hele affaire over

“terrorisme” en wie een “terrorist” is. Het hangt allemaal af van de tijd en plaats en wie toevallig op dat moment de supermacht is.

In jullie ogen ben ik een terrorist, ik ben de enige die hier in een oranje gevangenispak staat,

en het is zeer redelijk dat ik hier (voor het gerecht) in dit oranje pak zal staan. Maar de geschiedenis herhaalt zich. Op een dag zal Amerika veranderen en zullen de mensen deze dag

herkennen zoals die werkelijk is. Ze zullen terugkijken op hoe honderden en duizenden moslims gedood en verminkt werden door het Amerikaanse leger in het buitenland, en toch ben ik

degene die naar de gevangenis moet voor “het samenzweren om te doden en te verminken” in

die landen – omdat ik de mujahidin steun die opkomen voor deze mensen. Ze zullen terugkijken op hoe de overheid miljoenen dollars heeft uitgegeven om mij in de gevangenis te zetten

als “terrorist”, terwijl – mochten we Abeer al-Janabi op de een of andere manier terug tot

leven kunnen brengen op het moment dat zij verkracht werd door jullie soldaten – en haar

voor mij laten getuigen en haar vragen wie de “terroristen” zijn, dan zou ze zeker niet naar

mij wijzen.

De overheid zegt dat ik geobsedeerd was door geweld, geobsedeerd door “het doden van

Amerikanen”. Als moslim die in deze tijd leeft kan ik geen leugen bedenken die ironischer is

dan deze.

-Tariq Mehanna

12-04-2012